Vietnam en Cambodja

18 april 2015 - Colombo, Sri Lanka

Hoi!

Daar zijn we weer :). Deze keer een verhaal over Vietnam en Cambodja. We zijn ondertussen alweer in Sri Lanka maar hey, beter laat dan nooit :).

Vanuit China zijn we met de bus naar Hanoi gereden, de hoofdstad van Vietnam. Daar sliepen we de eerste twee nachten in een hostel voor 2 euro per nacht, inclusief ontbijt en gratis bier tussen vijf en zeven. Ik begrijp nog steeds niet hoe dat kan. Veel backpackers reizen met een motor/scooter door Vietnam, omdat je zo fijn van noord naar zuid of andersom kan rijden, je het land veel beter kan zien en omdat het cool is. In het hostel zaten een aantal jongens die net met hun tocht van zuid naar noord klaar waren en hun motor wilden verkopen. (In het Engels noemt iedereen die dingen 'motorbike', maar met mijn kennis van techniek weet ik het Nederlandse woord niet. Dus dan maar motor, want dat klinkt wel stoer. Maar het waren dus niet echte motoren). Na enthousiaste verhalen van die mensen en wat gegoogle was onze conclusie dat het heel erg leuk en tegelijkertijd een ontzettend slecht idee was, aangezien het verkeer in Vietnam niet is zoals wij gewend zijn.

Uiteindelijk hebben we het toch gewoon gedaan. Ruben heeft een Honda Win gekocht, zo eentje waar je mee moet schakelen en waarmee je swag meteen verdubbeld wordt. Ik (Susan) koos voor een iets laffer model: een scooter. Ik hoefde niet te schakelen, maar ik steeg helaas ook niet qua stoerheid. Daarna nog een goede wegenkaart, een kompas, poncho's en ander benodigdheden gekocht en ons mentaal voorbereid.

En toen zijn we vertrokken. En het was echt echt echt heel erg cool. Het stuk in het noorden was qua landschap onze favoriet, en dan vooral de dag waarbij we hoog in de bergen vlakbij een nationaal park reden en er gewoon niemand op de weg was. In het noorden regende het best vaak, en ergens halverwege Vietnam werd het ontzettend warm. We zijn door heel veel kleine dorpjes gereden, waar veel kindjes en volwassenen naar ons zwaaiden en 'Hello!' riepen. We aten in kleine restaurantjes langs de weg, waar we meestal ook een bezienswaardigheid waren. Die restaurantjes hebben geen bord waar 'restaurant' opstaat, maar borden met 'rijst' of 'noedelsoep' (in het Vietnamees dan). De eerste week wisten we alleen het woord voor noedelsoep dus dat hebben we heeeeeel vaak gegeten (als lunch en avondeten), gelukkig kwamen we later achter het woord voor rijst, voor de afwisseling :).

Het was heel erg tof, omdat je gewoon helemaal zelf kunt weten waar je heengaat en ook andere delen van een land kan zien dan wanneer je met de bus of trein zou reizen. We zijn ondertussen twee keer gestopt bij een grotere stad waar we een dagje uitgerust hebben. Want het was ook heel vermoeiend, elke dag vroeg uit bed (om het heetste moment van de dag te vermijden), de weg zoeken, eten zoeken, een slaapplek zoeken en motorrijden. We hadden eigenlijk net iets te weinig tijd voor de hele rit (i.v.m. ons visum), waardoor we de hele tijd gestresst door moesten rijden. Dat was jammer, want zo konden we er iets minder van genieten. Maar al met al was het wel heel leuk.

Oh dan nu een overzicht van wat er kapot is gegaan aan onze motor/scooter onderweg:

Susan: één keer een lekke band, maar dan wel tien meter voor een garage dus na een half uur konden we weer verder sjezen.

Ruben: nog voor we weggingen, stond Rubens motor al bij de garage omdat de rem een beetje los zat. Gelukkig kon dat gerepareerd worden ;). Een weekje later brak een stang van z'n bagagerek, en hebben lieve Vietnamese meneren dat gelast (zonder speciale bril) voor niks. Toen hingen z'n knipperlichten als twee zielige oogjes achter op z'n motor, dus de ducttape kwam goed van pas. Daarna kwam er ineens heel veel rook van Rubens motor, dus zijn we rustig doorgereden naar een garage. Daar moest de motor een nachtje blijven, zodat ze iets konden vervangen (wat is ons nog steeds onduidelijk, maar het werkte). De volgende ochtend hebben we hem weer opgehaald, en nog geen zes uur later stond hij alweer bij de garage met een lekke band. Hierna hield ie het wel zo'n 4 dagen vol totdat de ketting er elke 50 meter af begon te vliegen. Nadat de ketting vervangen was konden we onze tocht afmaken zonder verdere bezoekjes aan garages.

Toen we in Ho Chi Minh Stad aankwamen, hebben we onze motoren verkocht (met een beetje winst ook nog) aan twee andere backpackers. Maar daarvoor zijn we eerst nog naar een chocoladefabriek gereden. Rubens vader had namelijk van zijn broer gehoord dat de vader van de vriendin van zijn zoon (wij volgden het eerst ook niet) directeur is van een chocoladefabriek vlak bij Ho Chi Minh Stad. Dus daar moesten wij heen. We kregen een hele rondleiding door de fabriek waar ze allerlei chocoladeproducten maken voor vooral horeca en banketbakkers. Dat was heel leuk om te zien. We kregen ook nog en heel goeie lunch en een bak met chocola (en een heel levensverhaal) voor niks. Daarna zijn we nog een paar dagen in Ho Chi Minh Stad gebleven om te genieten van een fijn hostel met airco en westers eten, na een paar dagen hebben we de bus naar Cambodja genomen.

In Cambodja hebben we vrijwilligerswerk gedaan voor drie weken, en daarvoor hebben we rondgereisd. Eerst naar de hoofdstad, Phnom Penh. De stad zelf is niet bijzonder mooi of indrukwekkend, maar 15 km buiten de stad zijn de 'killing fields', en dat is wel heel indrukwekkend. Ongeveer 40 jaar geleden heeft er in Cambodja een genocide plaatsgevonden, waarbij er naar schatting in totaal ongeveer 2 miljoen mensen zijn vermoord in twee jaar tijd. Dat was toen ongeveer 25% van de totale bevolking. Op verschillende plekken in Cambodja waren zogeheten killing fields, waar de mensen heen werden gebracht om vermoord te worden. Wij hebben zo'n veld bezocht, vlakbij Phnom Penh. Er stond niet veel meer van de oude gebouwen overeind, omdat dat bij de ontdekking en in de periode daarna allemaal gesloopt is. Er liggen zoveel mensen begraven, dat niet alle botten opgraven kunnen worden. Als je daar rondloopt moet je gewoon over de botten lopen, die steken gewoon af en toe uit het gras en het wandelpad. Dat was indrukwekkend om te zien.

Na Phnom Penh gingen we naar Kep, een strandplaatsje met een klein maar heel mooi nationaal park in de buurt. Vervolgens zijn we naar een heel mooi strand op een eiland geweest. Het was iets meer uitgaan-en-veel-dronken-backpackers dan we verwacht hadden, maar als je 3 kwartier door de jungle liep kwam je bij een ander strand. Dat strand was 6 km lang en heel mooi (wit zand en helder blauwe zee), waar het fijn rustig was. Na een paar dagen chillen hebben we de bus genomen naar Siem Reap, een andere grote stad.

15 km vanaf Siem Reap, in een klein dorpje, hebben we drie weken Engels les gegeven. We verbleven met een grote groep vrijwilligers in een huis, en elke dag werden we naar verschillende scholen gebracht om les te geven (je had wel je eigen school maar niet iedereen ging naar dezelfde school). De tweede en derde week was er echt een leuke groep vrijwilligers, dat maakte het echt leuk ook. Lesgeven was leuk om te doen en de kindjes zijn allemaal heel lief, maar ook heel druk dus soms. Het was vooral fijn om even drie weken op dezelfde plek te zijn, want we waren allebei een beetje afgestompt door al het reizen (dat is best wel een luxeprobleem volgens mij).

Inmiddels zijn we aangekomen in Sri Lanka, na een korte stop in Bangkok. Daarover lezen jullie in ons volgende verhaal.

Foto’s

2 Reacties

  1. Dea:
    18 april 2015
    Ik mis de Angkor Wat in het verhaal. ;-)
  2. Susan:
    18 mei 2015
    Hoi, sorry voor de late reactie. Maar we zijn niet naar Angkor Wat geweest inderdaad. Is nog best duur en town weer daar misschien heen wilden, waren we allebei een beetje ziek. Misschien iets voor als we ooit nog eens weer in Cambodja komen ;).